Waarom zijn er zo veel planten en dieren in de regenwouden?

Tropische regenwouden ondersteunen de grootste diversiteit van levende organismen op de aarde. Al hoewel ze minder dan 2% van het aardoppervlak bedekken, leven in regenwouden meer dan 50% van de platen en dieren op de aarde. Hier zijn een paar voorbeelden van de rijkdommen van regenwouden:

regenwouden hebben 170,000 van de 250,000 bekende plantensoorten van de aarde.
de Verenigde Staten heeft 81 kikkersoorten terwijl Madagaskar, wat kleiner is dan de bondsstaat Texas, meer dan 300 soorten heeft.
Europa heeft 321 vlindersoorten terwijl een park in het regenwoud in Peru (Manu nationaal park) 1300 soorten heeft.

Regenwouden hebben een grote hoeveelheid aan planten en dieren om de volgende redenen:

klimaat, de regenwouden liggen in tropische regionen, ze ontvangen een hoop zonlicht. Dit zonlicht wordt tot energie omgevormd door de planten, door middel van het fotosynthese proces. Sinds er veel zonlicht is in de tropen betekend dit dat er veel energie in het regenwoud is. Deze energie wordt opgeslagen in platenvegetatie die door dieren gegeten word. Omdat er veel voedsel is, zijn er veel dier- en plantensoorten.
de kroonsluiting: de kroonsluiting’s structuur van het regenwoud maakt het mogelijk dat er meer plaatsen zijn voor planten om te groeien en voor dieren om te leven. De kroonsluiting openbaard meer hulpbronnen van voer, beschutting en verstop plaatsen en levert een wereld van interacties tussen verschillende soorten op. Er zijn bvb. planten in de kroonsluiting, die bromelia’s heten, die water in hun bladeren opbergen. Dieren zoals kikkers gebruiken deze watervooraad om te jagen en hun eitjes te leggen.